Weet wat je doet. Stel dat je wilt stoppen met roken. Breng in kaart wanneer je rookt. Waar je rookt. En met wie je rookt. 

Wil je stoppen met roken omdat iemand anders vindt dat je dat moet? Of wil je écht zelf werken aan je gezondheid? Ook als het even tegenzit? Dan komt de ‘wil’ echt van binnenuit. De nieuwe gewoonte is dan beter vol te houden.

In deze stap ga je een plan maken. Wanneer ga je beginnen? Bij goede voornemens is dit per 1 januari. Maar het is nooit te laat om te beginnen. Ook ga je in deze stap voorbereiden wat je gaat doen in bepaalde situaties. Wat ga je doen als iemand je een glas wijn aanbiedt? Of als een vriend(in) een sigaret pakt? 

Je gaat nu beginnen met je nieuwe gewoonte. Je komt er nu achter wat voor jou goed werkt. En wat minder goed werkt. Zodat je je plan kunt aanpassen om je nieuwe gedrag vol te kunnen houden. 

Het is de bedoeling dat je nieuwe gedrag een gewoonte gaat worden in je dagelijks leven. Dat klinkt lastig, maar als stap 1 t/m 4 goed zijn voorbereid, dan is deze stap makkelijker. Als je op een feestje komt waar mensen staan te roken, wil je zelf ook een sigaretje. Gebruik trucjes om je nieuwe gedrag vol te houden. Bijvoorbeeld: stop samen met iemand anders. Of beloon jezelf als je een succesje hebt behaald. 

En vergeet niet: dat het soms even slechter gaat, hoort erbij. Zie dit niet als falen. Gebruik dit moment om weer stil te staan bij het gemaakte voornemen.